Praktische informatie

Overgang/bevordering

Algemeen

De docentenvergadering beslist aan het einde van het schooljaar over de voortgang van de studie van de leerling. Met andere woorden, de docenten bepalen naar welk niveau c.q. leerjaar de leerling wordt bevorderd. In principe zijn alle docenten aanwezig tijdens de docentenvergadering.

Tijdens de leerling-ouder-mentorgesprekken gedurende het schooljaar wordt de voortgang van de ontwikkeling van de leerling besproken. Het is van groot belang dat gegevens die van invloed zijn op de ontwikkeling van de leerling tijdens deze overleggen worden besproken. Op deze manier kan ervoor worden gezorgd dat alle gegevens die van belang zijn om te komen tot een goede besluitvorming tijdens de docentenvergadering bekend zijn.

Rapporten

Leerlingen en ouders kunnen de studievoortgang volgen via de cijfers in Somtoday. Daarnaast ontvangen de leerlingen na elke periode, zijnde driemaal per jaar, een schriftelijk rapport. Op het laatste rapport staat naast de cijferregistratie tevens de beslissing van de docentenvergadering aangaande de overgang naar volgend schooljaar vermeld.

Rapportcijfers

Elk schooljaar is verdeeld in drie periodes: van de start van het schooljaar tot kerst, van kerst tot aan de meivakantie en van de meivakantie tot het einde van het schooljaar. Aan het eind van elke periode wordt het periodecijfer bepaald. Dit is een gemiddelde van alle behaalde cijfers uit die periode. Dit periodegemiddelde is in één decimaal uitgedrukt. Het jaarcijfer is het rekenkundig gemiddelde van de periodecijfers en wordt afgerond op helen.

In de bovenbouw geldt het PTA. Het rapportcijfer wordt dan bepaald volgens de gewichten zoals deze per vak per toets in het PTA zijn opgenomen. Ook hier geldt dat de rapportcijfers worden afgerond op één decimaal, het eindcijfer wordt afgerond op helen.

Doubleren

Een leerling mag één keer doubleren in dezelfde klas. Als een bepaalde klas tweemaal is gevolgd, mag de daaropvolgende klas niet worden gedoubleerd. Een uitzondering op deze regel geldt voor onze examenleerlingen. Een leerling mag tweemaal examen doen, ook als hij de voorlaatste klas heeft gedoubleerd. 

Een leerling die doubleert doet het hele schooljaar opnieuw.

Van deze regels kan worden afgeweken als er bijzondere omstandigheden zijn, bijvoorbeeld langdurige ziekte van een leerling.

Voorwaardelijke bevordering is op onze school niet mogelijk.

Bevordering

De docentenvergadering beslist aan het einde van het schooljaar naar welk niveau c.q. leerjaar de leerling wordt bevorderd. De docentenvergadering baseert dit besluit op de geldende overgangsnormen. Indien een leerling aan alle normen voldoet, wordt hij automatisch bevorderd. Indien aan één of meer normen niet wordt voldaan, wordt de leerling besproken in de vergadering. De mentor en de teamleider formuleren een gezamenlijk voorstel voor bevordering. Het voorstel wordt besproken in de docentenvergadering. Belangrijke criteria die een rol spelen in het oordeel van docenten zijn o.a.: capaciteit, studiehouding, participatie in de les en huiswerkattitude. De docentenvergadering beslist.

Revisievergadering

Ouder(s)/verzorger(s) van een leerling die het niet eens zijn met de uitkomst van de overgangsvergadering kunnen school vragen dit besluit te heroverwegen. Dit gebeurt tijdens een revisievergadering. Een leerling komt alleen voor revisie in aanmerking als er sprake is van nieuwe informatie. Nieuwe informatie is informatie die op het moment van de overgangsvergadering niet bekend was en wellicht invloed had kunnen hebben op de beslissing van docenten, bijvoorbeeld ziekte, bepaalde behandelingen, overlijden of scheiding binnen het gezin die van invloed zijn op de leerprestaties van de leerling. Voor de revisievergadering geldt de volgende procedure:

  • De ouder(s)/verzorger(s) worden door de mentor geïnformeerd over het besluit van de overgangsvergadering.
  • Uitsluitend als er nieuwe informatie is die in de ogen van ouder(s)/verzorger(s) niet is meegenomen in het besluit, maar hier wel van invloed op hadden kunnen zijn, kan er een revisievergadering worden aangevraagd.
  • Het verzoek dient uiterlijk de donderdag voor de zomervakantie om 19.00 uur schriftelijk per mail ingediend te zijn bij de teamleider of coördinator van de afdeling.
  • Het schriftelijke verzoek moet voorzien zijn van de volgende informatie:
  • Wat is de nieuwe informatie die niet is meegewogen tijdens de docentenvergadering?
  • Waarom is deze informatie niet meegewogen of waarom was die niet eerder bekend?
  • Wat is de invloed van de informatie geweest op het leren van de leerling?
  • Welke uitkomst verwachten de ouder(s)/verzorger(s) van de revisievergadering?
  • De teamleider of de coördinator bepaalt of er inderdaad sprake is van nieuwe informatie die de besluitvorming tijdens de overgangsvergadering had kunnen beïnvloeden.
  • Als de teamleider of coördinator concludeert dat er geen nieuwe inzichten zijn, dan besluit hij of zij dat een revisievergadering niet nodig is. De teamleider of coördinator deelt dit besluit mee aan ouder(s)/verzorger(s).
  • Als de teamleider of coördinator concludeert dat er nieuwe informatie voorhanden is, plant hij of zij een revisievergadering met de docenten van de betreffende leerling.
  • De revisievergadering vindt plaats op de vrijdagochtend voor de zomervakantie. Bij deze vergadering sluit ook een (con-)rector aan om de procedure en de objectiviteit te bewaken.
  • De teamleider of coördinator bespreekt de nieuwe informatie met de docenten. Zij wegen af of deze het eerder genomen besluit zal veranderen. De docenten nemen in dit overleg een nieuw besluit.
  • Het besluit van de revisievergadering is bindend en definitief. Hier kan geen bezwaar tegen worden ingediend.
  • De teamleider of coördinator neemt contact op met ouder(s)/verzorger(s) om het besluit van de vergadering mee te delen. 
  • De teamleider of coördinator zorgt dat ouder(s)/verzorger(s) het besluit ook schriftelijk ontvangen. Hij of zij wijst hen erop dat het niet mogelijk is bezwaar tegen het besluit aan te tekenen.
  • Ouder(s)/verzorger(s) kunnen wel een klacht indienen als de school de procedure rondom bevordering in hun ogen niet juist heeft uitgevoerd. Dit kan bij de klachtencommissie van Stichting LVO.

Begrippen

  • Wanneer er wordt gesproken over een meetellend vak bedoelen we alle vakken die op het rapport voorkomen.
  • Wanneer er sprake is van een tekort, telt het cijfer 5 voor één tekort en het cijfer 4 of lager voor twee tekorten.

Overgangsnormen brugklassen

Brugklas KB

Brugklas TK

Brugklas HT

Brugklas AH

Brugklas GA

Klas kader- en basisberoepsgerichte leerweg 2

Binnen kb2 is er sprake van twee niveaus: de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg. De cijfers van de basisberoepsgerichte leerweg worden berekend volgens de formule kadercijfer * 0,8 + 2.

Overgangsnormen leerjaar 2

Vmbo basis leerjaar 2

Vmbo kader leerjaar 2

Vmbo theoretisch leerjaar 2

Havo leerjaar 2

Atheneum leerjaar 2

Gymnasium leerjaar 2

Overgangsnormen leerjaar 3

Vmbo basis leerjaar 3

Vmbo kader leerjaar 3

Vmbo theoretisch leerjaar 3

Havo leerjaar 3

Atheneum leerjaar 3

Gymnasium leerjaar 3

Overgangsnormen leerjaar 4

Havo 4

Vwo 4

Overgangsnormen leerjaar 5

Vwo 5

Overstap van vmbo t4 naar havo 4

Die leerling die in het bezit is van een diploma vmbo in de theoretische leerweg kan toegelaten worden tot het vierde leerjaar van havo indien hij in een extra vak eindexamen heeft gedaan, zijnde Frans, Duits, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, biologie, natuur- en scheikunde I, natuur- en scheikunde II of economie. Tevens dient dit extra vak betrokken te zijn bij de uitslagbepaling in het Eindexamenbesluit VO en op basis van die uitslagbepaling moet het diploma zijn uitgereikt. Het extra vak kan geen beroepsgericht vak zijn.

Voor leerlingen waarop bovenstaande alinea niet van toepassing is, geldt dat een adviescommissie onderstaande punten als uitgangspunten neemt om te komen tot een advies tot toelating.

  • Het gemiddelde van alle eindexamencijfers samen is ten minste een 6,8. Met het gemiddelde eindexamencijfer wordt bedoeld het gemiddelde van het centraal examen en het schoolexamen, waarbij er gerekend wordt met niet-afgeronde cijfers.
  • Het gegeven advies van de lesgevende docenten wordt betrokken bij het besluit tot toelating.
  • De leerling heeft voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde maximaal één 5 als eindcijfer behaald.
  • Het gekozen profiel en vakkenpakket voor havo 4 dienen aan te sluiten bij het gevolgde profiel en vakkenpakket van vmbo t4.

De adviescommissie bestaat uit de mentor van de leerling, de teamleiders van vmbo en havo en de schooldecanen voor vmbo en havo. Deze brengt een advies uit over de toelating tot havo 4 aan de directie. De directie neemt het definitieve besluit.

Keuzeproces vmbo t4

  • De leerling heeft minimaal eenmaal per jaar een loopbaangesprek met de schooldecaan.
  • Op de rapportvergadering van Kerstmis geven de docenten een advies over een eventuele keuze voor havo. Dit advies wordt tijdens de ouderavond door de mentor besproken met de ouders.
  • In maart van het betreffende schooljaar geeft de vakdocent een voorlopig schriftelijk advies over de mogelijke havokeuze van de leerling.
  • Na de laatste lesdag van de leerling geeft de vakdocent een definitief advies over een eventuele havokeuze van de leerling.
  • De adviescommissie neemt na de uitslag van het tweede tijdvak de beslissing over de gevraagde toelating tot havo 4.


Doorstroom van havo 5 naar vwo 5

Aan het doorstroomprogramma voor de doorstroom van havo naar vwo zijn geen voorwaarden verbonden.

Afspraken omtrent toetsing

Toetsregeling

  • De leerling heeft recht per trimester zo vaak getoetst te worden dat zijn vorderingen daaruit redelijkerwijs zijn op te maken. Als regel moet het aantal toetsen van een vak per trimester gelijk zijn aan het aantal lessen per week. In een kort trimester kan dat één toets minder zijn. Het gaat hier om A- of B-werken. Een schooljaar kent drie trimesters:
    • periode 1: start schooljaar tot de kerstvakantie;
    • periode 2: kerstvakantie tot de meivakantie;
    • periode 3: meivakantie tot de zomervakantie.

Voor de bovenbouw gelden andere bepalingen. Zie hiervoor het PTA-reglement.

  • Een A-werk is een proefwerk over één of meerdere hoofdstukken en heeft een gewicht van 3.

Een B-werk is een toets/proefwerk over meerdere paragrafen of één hoofdstuk en heeft een gewicht van 2.

Een C-werk is een toets/overhoring over één of enkele paragrafen, het geleerde huiswerk of de leerstof van vorige les.

Voor de bovenbouw gelden andere bepalingen. Zie hiervoor het PTA-reglement.

  • In de onderbouw worden maximaal twee leerproefwerken per dag afgenomen. Bovendien geldt dat er maximaal 7 proefwerken per week mogen worden gegeven (A- of B-werk).

In de bovenbouw worden maximaal twee leerproefwerken per dag afgenomen. Indien er toetsen zoals ʹluistervaardigheidʹ zijn, kan worden afgeweken van deze regel.

  • Tijdens proefwerkweken gelden bijzondere toetsroosters.
  • In de week voorafgaand aan de proefwerkweek, de blauwe zone, worden er geen proefwerken (A-, B-werken of PTA-toetsen) gepland.
  • Docenten vermelden altijd proefwerken (A- en B-werken) in Somtoday. De leerling bewaakt mede dit proces. De vermelding in Somtoday is leidend.
  • De docent geeft het proefwerk en de leerstof op tenminste één week voor de dag waarop het proefwerk wordt gemaakt. Dit geldt voor A-, B-werken en PTA- toetsen. C-werken hoeven niet te worden aangekondigd.
  • Er moet minimaal één les tussen het afronden van de leerstof en het proefwerk zitten.
  • Indien een leerling door omstandigheden een toets niet gemaakt heeft, wordt deze toets in beginsel ingehaald. De leerling neemt bij terugkeer naar school zo spoedig mogelijk contact op met de vakdocent. De docent bepaalt het moment van inhalen. In de regel is dit tijdens de inhaaluren op woensdag het 7e en 8e uur en vrijdag het 7e en/of 8e uur.

Voor de bovenbouw gelden aanvullende bepalingen. Zie hiervoor het PTA- reglement.

  • Proefwerken worden door de docent binnen 10 werkdagen gecorrigeerd (tenzij er sprake is van overmacht).
  • De leerling heeft recht op bespreking en inzage van de door hem gemaakte toets. De docent vermeldt bij de bespreking van de toets de norm voor beoordeling. De docent geeft een cijfer enkel op grond van een door de leerling geleverde prestatie.
  • Een volgende toets van hetzelfde vak wordt pas afgenomen, nadat het vorige proefwerk is besproken, tenzij de leerstof van het volgende proefwerk géén verband houdt met de leerstof van het eerste.
  • Fraude wordt altijd gemeld bij de laagcoördinator. De vakdocent neemt sancties die in redelijke verhouding staan tot de gemaakte overtreding.

De procedure voor onregelmatigheden bij PTA-toetsen staat vermeld in het PTA- en Examenreglement.

Praktische opdrachten

Een aparte vorm van toetsing is de praktische opdracht. Voor het inleveren en de beoordeling van praktische opdrachten gelden de volgende afspraken:

Afspraken voor onderbouw

  • De vakdocent zet in Somtoday een document in de ELO-studiewijzer met een omschrijving en het doel van de opdracht.
  • Daarnaast worden in de ELO nadrukkelijk de criteria van beoordeling en de inleverdatum vermeld.
  • De opdracht is pas opgegeven als deze ook in de ELO staat.
  • Beoordelingscriteria kunnen betrekking hebben op de inhoud, maar ook op de vorm (aantal pagina’s, inhoudsopgave, etc.).
  • Ten aanzien van de inleverdatum geldt, dat ook de consequenties bij te laat inleveren vermeld staan.
  • De leerling is verantwoordelijk voor het tijdig inleveren van een praktische opdracht.
  • Bij het missen van een inlevermoment door overmacht, bijvoorbeeld ziekte, wordt in overleg met de docent een nieuw inlevermoment afgesproken en in de Somtoday-agenda genoteerd. De docent noteert in het cijferoverzicht voorlopig 'inhalen'.
  • Indien voor het te laat inleveren punt(en)aftrek wordt toegepast, kan er niet lager dan het cijfer 2.0 worden toegekend.
  • Het niet inleveren van een opdracht wordt niet geaccepteerd. De leerling dient in eigen tijd na overleg met de teamleider/coördinator de opdracht op school alsnog te maken. Het cijfer wordt dan in overleg met de directie en vakdocent bepaald.

De afspraken voor de bovenbouw staan vermeld in het PTA-reglement.

Commissie van beroep

Voor beroep vatbare beslissingen die betrekking hebben op het (eind-)examen kunnen worden ingediend bij de commissie van beroep, die onder voorzitterschap staat van het bevoegd gezag.

Voor het indienen van bezwaarschriften en de procedure daarvoor verwijzen wij u naar de regeling schoolonderzoek en de programma’s van toetsing en afsluiting die de betrokken leerlingen in de maand september ontvangen. Het adres van de commissie is het schooladres: Postbus 6, 6170 AA Stein.

Inschrijving en uitschrijving

Een leerling die tot Groenewald is toegelaten, wordt opgenomen in de jaarlijks te verschijnen leerlingenlijst. Bij overgang of doubleren blijft hij in de regel als leerling ingeschreven; eventuele afmelding dient schriftelijk te geschieden. Houd wel rekening met de bepalingen in de leerplichtwet.

Adreswijziging
Wanneer een leerling verhuist, een van de ouders/verzorgers verhuist, u een ander telefoonnummer gaat gebruiken of van e-mailadres verandert, verzoeken wij u dit kenbaar te maken bij de teamleider/coördinator van uw zoon/dochter. Zo zorgen wij ervoor dat de gegevens in ons administratiesysteem up-to-date blijven en wij u in geval van nood altijd kunnen bereiken.

Informatie
Wij dringen erop aan om ons zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen van wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de studie; bij voorkeur met een berichtje aan de laagcoördinator. Een goede begeleiding is ermee gediend.

Regels en afspraken

Voor het goed functioneren van een leer- en leefgemeenschap is een aantal duidelijke afspraken en regels onontbeerlijk. Dat geldt ook voor Groenewald. De afspraken en regels in de schoolgids hebben tot doel:

  • dat iedereen zich veilig voelt;
  • dat er een goed leerklimaat is, waarbij factoren die het leerproces kunnen verstoren zoveel mogelijk worden voorkomen;
  • dat er een goed leefklimaat is.

Huisregels en afspraken

De huisregels en afspraken van Groenewald zijn in een aantal categorieën ingedeeld. Het strikt opvolgen van deze regels én aanwijzingen van ons personeel, is een plicht van elke leerling. Hierover is geen discussie mogelijk. Overtreding van de regels kan leiden tot sancties.

Hier een overzicht van de schoolregels.

Lessen en proefwerken

  • Elke leerling is verplicht alle lessen conform het rooster te volgen (ook bij waarneming).
  • Indien een leerling te laat is voor het eerste lesuur, dan dient hij zich te melden bij het frontoffice. Hier ontvangt hij een briefje, waarmee hij toegang tot de les heeft.
  • Als een leerling een les niet kan bijwonen door ziekte, een bezoek aan de tandarts, etc. brengt hij een door de ouder/verzorger ondertekend briefje mee naar school of laat (vóór 08.30 uur) door de ouder telefonisch verlof aanvragen.
  • Indien een leerling één of meerdere lessen heeft gemist, is het zijn eigen verantwoordelijkheid om na te vragen wat in die les(sen) is behandeld en welk huiswerk is opgegeven. Deze informatie kan worden ingewonnen bij klasgenoten of bij de docent(en). Itslearning kan hierbij ook een bron van informatie zijn.
  • Indien een leerling een proefwerk heeft gemist, neemt hij zo spoedig mogelijk contact op met de vakdocent. Weet hij van te voren dat hij een toets mist, dan neemt hij al vooraf contact op met de vakdocent. De vakdocent maakt in overleg een afspraak om de gemiste toets in te halen. Indien de gemiste toets een PTA- werk is, gelden hiervoor bijzondere regels; zie de website van school: www.groenewald.nl > Informatie (onderaan de thuispagina) > ABC: praktische informatie > PTA.
  • Vijf minuten voor het begin van de eerste, vierde en zesde les gaat de eerste zoemer. Dit is het signaal dat de leerling zich naar het leslokaal moet begeven. Bij de tweede zoemer dient de les te kunnen beginnen.
    • Toiletbezoek vindt in principe alleen plaats tijdens de pauzes. In uitzonderlijke gevallen (bijv. medische redenen) mag hiervan worden afgeweken.
    • Als de leerling de les om welke reden dan ook moet verlaten (anders dan toiletbezoek), moet hij zich altijd melden bij de laagcoördinator.
    • Het dragen van een hoofddeksel in het klaslokaal is verboden. Hoofdbedekking vanwege religieuze overtuiging is na overleg toegestaan.
    • Het dragen van kleding vanuit religieuze overtuiging is toegestaan. Het gezicht en de handen dienen altijd onbedekt te zijn. De religieuze kleding mag het meedoen aan (sport)onderwijs niet belemmeren.
    • Helmen worden in het kluisje opgeborgen en jassen aan de kapstok gehangen. Deze mogen niet worden meegenomen in het klaslokaal.

Voor en na de lessen / pauzes / verlaten schoolterrein

  • De fiets of bromfiets moet afgesloten in de daarvoor aangewezen stalling worden geplaatst. De stalling staat onder toezicht, o.a. met camerabewaking.
  • Op het schoolterrein mag om veiligheidsredenen niet met een bromfiets worden gereden.
  • In de pauzes dienen alle leerlingen in de hal, het atrium, de aula, de F-vleugel of op het schoolterrein voor de school te verblijven. Het is niet toegestaan in de gangen en de circulatieruimtes van de B-, C-, D- en E-vleugel of klaslokalen te blijven.
  • Het schoolterrein mag tijdens de lestijd uitsluitend worden verlaten om naar de sporthal te gaan, en wel 10 minuten voor aanvang van de LO-lessen. Voor hogere klassen (leerjaren 4, 5 en 6) kan vooraf expliciete toestemming worden verleend om bij reguliere tussenuren naar huis te gaan. Deze toestemming wordt verleend door de laagcoördinator.
  • Het is niet toegestaan na de laatste les onnodig in of rond het gebouw rond te blijven hangen.
  • Voor de hoofdingang van het gebouw is een gebied gemarkeerd dat te allen tijde vrij gehouden moet worden. Dit om een onbelemmerde doorgang naar het gebouw te garanderen en de betreffende voorzieningen altijd bereikbaar te houden voor hulpdiensten.

Smartphone/smartwatch/tablet/geluidsdragers

Mobiele telefoons zijn voor veel mensen een essentieel onderdeel van het dagelijks leven geworden. Ze bieden toegang tot informatie, verbinden mensen en vormen een belangrijk hulpmiddel in de moderne maatschappij. Ook in school wordt gebruik gemaakt van de mobiele telefoon, bijvoorbeeld voor het bekijken van praktische informatie zoals roosters of in de les met het gebruik van Kahoot of Mentimeter.

Het gebruik van mobiele devices heeft echter ook een keerzijde. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat niet-educatief gebruik van de mobiele telefoon de concentratie vermindert en ervoor zorgt dat leerlingen minder betrokken zijn bij de les. Vooral social media en andere niet-educatieve apps leiden af van de lesstof.

Om deze reden is er door het ministerie van Onderwijs een afspraak gemaakt met scholen en vertegenwoordigers van ouders en leerlingen. Deze afspraak luidt als volgt:

Mobiele telefoons en andere devices zijn niet toegestaan in de klas, tenzij ze voor educatieve doeleinden worden gebruikt tijdens de les

Vanaf het schooljaar 20243-20254 gelden daarom de volgende afspraken voor het gebruik van mobiele telefoons:

In school:

  • Mobiele telefoon wordt op eigen risico meegenomen naar school. Wanneer een telefoon bijvoorbeeld kapotgaat of wordt gestolen, is de school niet aansprakelijk.
  • Leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor het gebruik en het beheer van de telefoon.
  • Leerlingen schakelen het geluid van de telefoon uit als ze school binnenkomen.
  • In verband met de privacywetgeving mag je in school en op het schoolterrein geen film-, beeld- of geluidsopnames te maken, tenzij een medewerker daar toestemming voor geeft.
  • Leerlingen mogen in school niet bellen.

In de lessen:

  • In elk lokaal hangt een telefoontas. Bij binnenkomst in het lokaal doet de leerling de telefoon in deze tas.
  • De docent zorgt voor een ordentelijk proces voor inname en teruggave van de telefoon. De leerlingen stoppen de telefoon onder supervisie van de docent om de beurt in de telefoontas. Aan het eind van de les halen de leerlingen de telefoon weer om de beurt op, ook onder supervisie van de docent.
  • Oortjes mogen in het klaslokaal niet zichtbaar zijn en niet worden gebruikt, smartwatches etc. mogen in de les niet worden gebruikt.
  • Alleen de docent kan bepalen of de telefoon voor onderwijsdoeleinden kan worden ingezet.
  • De telefoon gebruiken als rekenmachine, agenda, etc. hoort niet tot deze onderwijsdoeleinden. Dit geldt ook voor het gebruik van de telefoon in combinatie met oortjes om rustig te kunnen werken.
  • Wanneer een leerling toch een telefoon in de les zichtbaar bij zich heeft, kan de docent de leerling vragen zijn telefoon in te leveren.
  • De telefoon wordt aan het eind van de les weer teruggegeven.
  • De docent bepaalt of een pedagogisch gesprek of een maatregel noodzakelijk is.
  • Als de docent een maatregel noodzakelijk vindt, stuurt hij de leerling naar de DLC. De leerling levert daar zijn telefoon in. Deze kan aan het eind van de dag worden opgehaald.
  • De leerling ontvangt van de DLC een brief waarmee hij de les meteen weer in mag. Deze brief laat hij thuis ondertekenen en wordt de dag erop vervolgens ingeleverd bij de teamleider of coördinator.
  • In het dossier van de leerling wordt genoteerd hoe vaak deze een brief ontvangt.
    • 1ste keer melden: brief en gesprek met teamleider/coördinator
    • 2de keer melden: brief en één uur nakomen/corvee.
    • 3de keer melden: brief, twee uur nakomen/corvee. De mentor belt met ouders.
    • 4de keer melden: ouders en leerling worden door de teamleider/coördinator uitgenodigd voor een gesprek.
  • Indien een leerling tijdens de les naar het toilet gaat, wordt verwijderd of om een andere reden het lokaal verlaat, blijft de telefoon in de telefoontas. De leerling kan aan het einde van de les de telefoon ophalen.
  • De coördinatoren ondersteunende faciliteiten (COF’s) kunnen in incidentele gevallen, bepalen dat er voor bepaalde leerlingen van deze regels wordt afgeweken. Dit geldt bijvoorbeeld voor leerlingen die om medische redenen of door een beperking afhankelijk zijn van hun mobiele telefoon.

Tijdens toetsen:

  • Ook tijdens toetsen is het verboden telefoons binnen handbereik te hebben.
  • In de toetslokalen worden de telefoons in de telefoontas gedaan, volgens de hierboven beschreven procedure.
  • Tijdens (school-)examens mogen er geen mobiele telefoons in de toetsruimte aanwezig zijn. Ze worden in de schooltas buiten het klaslokaal of toetsruimte opgeborgen.
  • Het dragen van een smartwatch of het gebruik van andere devices is tijdens toetsen en examens verboden. Ze zijn opgeborgen in de schooltas.

Roken/drugs/alcohol/etc.

  • Het is voor leerlingen verboden om in het schoolgebouw of op het schoolterrein te roken/vapen. Dat geldt ook voor elektronische sigaretten (e-sigaretten) met en zonder nicotine en voor alle andere manieren van het gebruiken van tabak, zoals verhitte tabak (de IQOS). Met ingang van 1 augustus 2020 zijn zowel het schoolgebouw als het schoolterrein volledig rookvrij.
  • Het is verboden om cannabisproducten (zoals hasj, wiet en marihuana) en overige drugs die onder de Opiumwet vallen te bezitten, te verhandelen of te gebruiken op school, op het schoolterrein en tijdens buitenschoolse activiteiten, zoals schoolfeesten, klassenavonden, excursies, schoolreizen, werkweken en sportdagen.
  • Het is verboden om alcohol en alcoholhoudende dranken te bezitten, te verhandelen of te gebruiken of school, op het schoolterrein en tijdens buitenschoolse activiteiten, zoals schoolfeesten, klassenavonden, excursies, schoolreizen, werkweken en sportdagen.
  • Het bij zich dragen en in het bezit hebben van (vuur)wapens of voorwerpen die daartoe gerekend kunnen worden, is verboden.
  • Het bij zich dragen en bezitten van vuurwerk en laserpennen is eveneens verboden.
  • Van opzettelijke vernielingen en diefstal wordt altijd aangifte gedaan bij de politie. Schade wordt verhaald op de veroorzaker en diens ouders/verzorgers.
    • Groenewald onderhoudt goede functionele contacten met de politie en stadswachten. Bij overtreding van één van bovenstaande regels (met uitzondering van het rookverbod) zal contact worden opgenomen met de politie. Deze kan verboden producten invorderen en overgaan tot verdere sanctioneringen.

Veiligheid

Enkele van de bovenvermelde verboden vinden hun oorsprong in het garanderen van de veiligheid van leerlingen en medewerkers. Bij bepaalde lessen gelden extra regels die tot doel hebben de veiligheid te garanderen.

  • De leerling dient altijd de veiligheidsinstructies van de docent op te volgen.
  • Uit veiligheidsoogpunt moeten leerlingen bij bepaalde vakken beschermende kleding dragen (deze wordt van schoolwege verstrekt):
    • bij scheikundepractica moet een laboratoriumjas worden gedragen;
    • bij zorg en welzijn moet bij bepaalde handelingen een schort worden gedragen.
  • Bij enkele vakken worden aanvullende veiligheidsmiddelen gebruikt en zijn aanvullende veiligheidsmaatregelen van toepassing:
    • bij scheikundepractica en bij het werken met bepaalde machines bij techniek en beeldend vormen (ook ckv, kubv e.d.) moet een veiligheidsbril worden gedragen.
    • bij scheikundepractica, het werken met bepaalde machines bij techniek en beeldend vormen (ook ckv, kubv e.d.) en bij de afdeling zorg en welzijn (uit hygiënisch oogpunt) is lang loshangend haar verboden.
    • Bij natuurkundepractica kan gewerkt worden met bril en (stof)jas indien de aard van het practicum dit wenst.
  • In het onverhoopte geval van een calamiteit is er een ontruimingsplan. In elke vleugel hangt een ontruimingsinstructie, met daarop aangegeven de vluchtweg(en) en verzamelplaatsen. De aanwijzingen van docenten en BHV-ers moeten altijd direct worden opgevolgd.

Milieu/kauwgom

Een schone en nette leer- en werkomgeving draagt bij om het verblijf op school zo aangenaam mogelijk te maken. Het schoonhouden van het schoolgebouw en schoolterrein is een verantwoordelijkheid van iedereen. Om een optimaal milieu te creëren en te behouden gelden de volgende regels en afspraken.

  • Afval moet altijd in de daarvoor bestemde afvalbakken worden gegooid. Dit geldt natuurlijk in het gebouw, met nadruk op de ruimtes waar in de pauzes verbleven kan worden, maar ook op het schoolterrein.
  • Drank en etenswaren worden uitsluitend gebruikt in de ruimtes waar vóór de lessen of tijdens pauzes verbleven mag worden: geen drank en etenswaren in gangen en klaslokalen.
  • Het is niet toegestaan om in het schoolgebouw kauwgom te gebruiken. Kauwgom dient voordat het gebouw betreden wordt in de daarvoor bestemde afvalbak te worden gedeponeerd.
  • Iedere leerling zal één of tweemaal per jaar, gedurende een week, deel uitmaken van de milieudienst.

Schoolexcursies

Tijdens excursies gelden in principe dezelfde regels en sancties zoals hierboven beschreven. De excursieleiding bepaalt in specifieke gevallen hoe de regels worden ingevuld.

Overtreding en sanctioneren

Overtreding van de regels en afspraken kan leiden tot sanctionering.

  • Een leerling die uit een les wordt verwijderd, dient zich te allen tijde bij de laagcoördinator te melden.
  • De laagcoördinator bepaalt of en, zo ja, welke sanctie de leerling wordt opgelegd. Onafhankelijk hiervan heeft ook de vakdocent de mogelijkheid een leerling te sanctioneren.
  • Bij herhaaldelijke overtredingen van de regels en/of lesverwijderingen bepalen de mentor en laagcoördinator in samenspraak aanvullende sancties.
  • Bij het regelmatig overtreden van schoolregels, opzettelijke vernieling van eigendom van school of een ander persoon of een overtreding van de schoolregels waarbij tevens een wetsovertreding wordt begaan, kan de schoolleiding overgaan tot het naar huis sturen van een leerling. De ouders worden telefonisch op de hoogte gebracht. Het verblijf thuis is vooral bedoeld voor nader onderzoek en overleg met verschillende betrokken partijen. Bij dit overleg kan, afhankelijk van de aard van de overtreding, de politie worden ingeschakeld. Afhankelijk van dit onderzoek kan worden overgegaan tot schorsing of het inzetten van een verwijderingsprocedure van een leerling.

Kluisjes

De school stelt kluisjes ter beschikking tegen een borgsom van € 10,00 per jaar. Bij verlies van de kluissleutel wordt opnieuw € 10,00 in rekening gebracht. De schoolleiding (directie en teamleiders) behoudt zich het recht voor om te allen tijde de kluisjes te (laten) openen en te (laten) controleren. Bij vermoeden van overtreding van het schoolreglement, strafbare feiten of vanuit preventief oogpunt geldt dat school het recht heeft deze leerlingenkluisjes te openen, zowel aangekondigd als onaangekondigd. Dit openen gebeurt in het bijzijn van de rector, conrector of teamleider/leerlingcoördinator.

Catering & consumpties

De firma ʹMerodeʹ beheert de keuken van waaruit de catering wordt bedreven; hier zijn broodjes e.d. te verkrijgen. Voorts dragen zij ook zorg voor de automaten.

Medicijnen

Voor Groenewald is, als LVO-school, het ʹProtocol Medicijnverstrekking en Medisch Handelenʹ van toepassing. Het protocol is te is te raadplegen op www.stichtinglvo.nl door ʹProtocol medicijnverstrekking en medisch handelenʹ in te typen in de zoekfunctie.

Lift

Deze is alleen bestemd voor degenen die niet of moeilijk trappen kunnen lopen of gebruik maken van een rolstoel. De lift kan alleen bediend worden met een sleutel. Deze is te verkrijgen bij het frontoffice (registratie op naam).

Schoolkosten

De school conformeert zich aan de 'Gedragscode Schoolkosten Voortgezet Onderwijs 2009', die onder meer is opgesteld door vertegenwoordigers van ouderorganisaties. De gedragscode is te downloaden op www.vo-raad.nl door te zoeken op 'Gedragscode Schoolkosten' en vervolgens onder het kopje "Filter" de categorie “Download” aan te vinken.

In deze code worden twee soorten schoolkosten onderscheiden:

Vrijwillige ouderbijdrage

De school kan ouders vragen om mee te betalen aan bepaalde voorzieningen en activiteiten die aanvullend zijn op het normale lesprogramma. Doorgaans wordt dit de ʹvrijwillige ouderbijdrageʹ genoemd. Deze ouderbijdrage is vrijwillig, u kunt er als ouder voor kiezen of u de bijdrage wel of niet betaalt. U kunt er ook voor kiezen om alleen te betalen voor bepaalde, door de school gespecificeerde onderdelen van deze ouderbijdrage. Ook als u geen vrijwillige ouderbijdrage betaalt, mag uw zoon of dochter deelnemen aan activiteiten of programma’s die door de school worden georganiseerd. De hoogte en de wijze van besteding van de vrijwillige ouderbijdrage is met instemming van het ouderdeel van de medezeggenschapsraad tot stand gekomen.

Buitenschoolse activiteiten dragen bij aan de ontwikkeling van onze leerlingen. We organiseren deze activiteiten natuurlijk omdat het leuk is, maar ze hebben daarnaast ook een ander doel: het buitenschools leren vormt een wezenlijk onderdeel in de opleiding en vorming van leerlingen. Zowel om kennis buiten de schoolmuren op te doen, als het leren omgaan met elkaar, samenwerken en de sociaal-emotionele vorming.

Met de oudergeleding van de MR is afgesproken dat per jaar wordt bepaald welke activiteiten, in welke leerjaren doorgaan en wat de activiteiten mogen kosten. Voor deze activiteiten mogen wij een bijdrage vragen. Hierbij wordt benadrukt dat we de geplande activiteiten alleen kunnen blijven organiseren als voldoende ouders/verzorgers bereid zijn om mee te betalen. Ouders/verzorgers voor wie de kosten een financieel probleem vormen, kunnen dit aangeven (niet verplicht). We zullen dan samen met hen zoeken naar een oplossing.

Noodzakelijke schoolkosten 

Sommige lesmaterialen zijn voor rekening van de school. Schoolboeken worden door de school aan de leerlingen ter beschikking gesteld zonder dat daarvoor een vergoeding wordt gevraagd. De schoolboeken blijven echter te allen tijde eigendom van de school. Om er voor te zorgen dat leerlingen op een zorgvuldige manier met de verstrekte boeken omgaan, zal op het moment van inschrijving op de school een gebruikersovereenkomst/schaderegeling met hun ouders worden gesloten. Indien u vragen heeft, kunt u terecht bij dhr. I. Heinemans. De school verstrekt niet zonder meer extra boekenpakketten. De kosten van een extra boekenpakket dienen in beginsel door de ouders/verzorgers zelf te worden gedragen.

Er zijn echter ook lesmaterialen die voor rekening van de ouders komen. Het gaat hierbij om kosten voor voorgeschreven persoonsgebonden materiaal dat langer dan een jaar mee gaat. Voor deze lesmaterialen, zoals een atlas of sportkleding, ontvangt de school geen financiële bijdrage van de overheid. De school is om die reden niet verplicht zulke leermiddelen beschikbaar te stellen en kan aan ouders vragen om deze zelf te kopen. In het overzicht hieronder ziet u om welke leermiddelen het bijvoorbeeld gaat.

Door de overheid bekostigde lesmaterialen

Niet door de overheid bekostigde lesmaterialen (persoonsgebonden materiaal), enkele voorbeelden

  • leerboeken
  • werkboeken
  • projectboeken en tabellenboeken
  • examentrainingen en examenbundels
  • eigen leermateriaal van de school en bijbehorende cd's en dvd's
  • licentiekosten van digitaal leermateriaal
  • atlas*
  • woordenboeken
  • agenda
  • rekenmachine
  • sportkleding
  • tweede boekenpakket
  • schrift en multomap
  • pennen en ander schrijfmateriaal
  • tekendoos

In de linker kolom van de tabel staan voorbeelden van leermiddelen die de school in elk geval beschikbaar moet stellen, omdat ze daarvoor een vergoeding van de overheid ontvangt. In de rechterkolom staan voorbeelden van zaken die ouders zelf op aanwijzing van de school aanschaffen. Soms worden zulke leermiddelen door de school centraal ingekocht en aan ouders tegen een vergoeding aangeboden. Ouders hoeven daar echter geen gebruik van te maken; het staat hen vrij om zelf te bepalen waar zij deze lesmaterialen willen kopen.

We informeren u aan het begin van het schooljaar welke leermiddelen u voor uw kind dient aan te schaffen. Hierbij wordt ook vermeld of u deze zaken zelf moet aanschaffen of via de school kunt bestellen.

Meer informatie over de hoogte en de opbouw van de vrijwillige ouderbijdrage en de noodzakelijke schoolkosten vindt u in de brief die u bij de start van het schooljaar krijgt toegezonden en op de website van de school.

De Minister van Primair en Voortgezet Onderwijs gaat, op verzoek van de Tweede Kamer, kijken of hij een bovengrens kan stellen aan de vrijwillige ouderbijdrage. Als dit leidt tot een wetswijziging zal de tekst over de vrijwillige ouderbijdrage in de schoolgids hieraan worden aangepast.

*De Grote Bosatlas, De schoolleiding adviseert in elk geval de eigen aanschaf van:  de 55e editie van De Grote Bosatlas voor leerlingen van havo 4 en 5 en vwo 4, 5 en 6 met aardrijkskunde in het pakket (ISBN 978-90-01-12035-1). Dit is geen verplichting, maar een advies.